Afscheid van de wielergekke Elzas

Wat een circus was het daar in de Elzas. Vijf dagen wielergekte met het publiek rijen dik gepakt in elke aankomstplaats. De Fransen keken reikhalzend uit naar de doortocht van de publiciteitskaravaan én de renners. Grabbelen naar petjes, hoedjes en andere prullaria en de decibelmeter de hoogte injagen bij passage of aankomst van de renners. Alpecin-Deceuninck sloot de vijfdaagse af als winnaar van het ploegenklassement én met een ritzege van de Franse puncher Laurance Axel. Het aandeel van Emiel bij dat alles wat niet gering…

Zes renners in elk team. Voor Alpecin-Deceuninck waren dat de veldrijders David Van der Poel, Laurens Sweeck, Toon Vandebosch, Witse Meeussen, Emiel en verder ook Laurance Axel. Voor de openingsrit, een ploegentijdrit van goed vier kilometer vormde Emiel team met de Fransman en Witse. Het gevoel zat goed, wist hij na afloop te melden. Klein beetje overschot zelfs. De communicatie tussen de drie had het misschien wat beter gekund, maar voor een trio dat zoiets nooit eerder samen deed is dat logisch.

In de tweede rit stevenden we tegen elke verwachting op naar een massaspurt. Emiel wist goed te positioneren, zette het sprinttreintje op, maar in de hectiek van de slotkilometer raakte het treintje van Alpecin-Deceuninck ontspoord. Niemand in het wiel om de spurt aan te trekken en Emiel bolde verbaasd uit naar een dertiende plaats. Een beetje ontgoocheld ook omdat er, indien hij dan maar zelf gespurt had, beslist meer had ingezeten.

Dag drie was de gevreesde rit naar la Planche des Belles Filles, de legendarische klim in de Vogezen. Maar eigenlijk was de voorlaatste col, de Col des Chevréres een veel lastiger ding: bijna 6 kilometer aan meer dan 7 procent gemiddeld met een voorlaatste kilometer aan 12,9 en een laatste aan 9,1 procent. La Planche des Belles Filles zelf is een globaal minder steile, maar erg ongelijkmatige klim.

Emiel zat goed voorin op de voorlaatste col, in het tussenstuk voerden z’n ploegmaats de forcing, maar zelf voelde hij toen al niet de benen te hebben om een rol van betekenis te spelen op de laatste klim. Hij liet lopen om krachten te sparen voor de volgende dagen en finishte anoniem in het pak.

De dagen daarna zou Emiel zich manifesteren als de voorganger in wat de Fransen de ‘file indienne’ noemen: een peloton in één langgerekt lint. Maar niet zonder eerst zelf de aanvalstrom te roeren. In de voorlaatste rit was het eerste wedstrijduur er eentje om van te duizelen. Het regende letterlijk aanvallen met onder meer Emiel, maar ook Witse en Toon in een hoofdrol. Maar telkens probeerde er ook wel een renner uit de top tien van het klassement mee te glippen. De beslissende vlucht kwam na meer dan een uur, in schuifjes, tot stand. En dat net op een moment dat Emiel achterin het peloton zat na een fietswissel. Ook van de maats was niemand mee en dus moest ook Emiel in de finale aan de bak om de vluchters terug te grijpen. De 16 leiders verloren terrein en op de hellingen was het Emiel die de file indienne leidde. Goed vier kilometer voor de streep dichtten de jongens van onder meer Bardiani en DSM het laatste gaatje. Job done voor Emiel die zich andermaal liet uitbollen in wat een gevaarlijke finale zou worden met een aankomst bergop met daarin een haakse bocht waarin trouwens wat renners onderuit zouden gaan. De Fransman van de ploeg wist zich uitstekend te positioneren en kwam die bocht als vierde uit om nadien vlot naar de zege te spurten.

Dag vijf zou een doorslagje worden van de dag voordien. Opnieuw veel aanvalspogingen maar opnieuw met te veel renners die nog zicht hadden op een ereplaats. Toch vormde zich een kopgroep met daarin onder meer ook ex-collega veldrijder Junior William Lecerf, Frank Van den Broek van DSM-Firmenich en de Italiaan Alessandro Pinarello. Stuk voor stuk jongens die nog de eindzege of minstens een plaats in de top drie mochten ambiëren. De jongens van leider Sebastien Berwick van Israël Premier Tech moesten aan de bak. Die Berwick is geen kleine jongen trouwens, want eerder dit jaar reed hij al de Giro en Parijs-Nice. Maar ook de jongens van Alpecin-Deceuninck zagen nog ritwinstkansen en andermaal was het Emiel die het peloton in de reactie op een lint trok. Het ging zo hard dat ook enkele van zijn ploegmaats het lastig kregen en ook dit keer was het Emiel die zijn maats op sleeptouw nam om daarna rustig uit te bollen. Voorin kregen ze in de reactie het gaatje niet meer gedicht, maar de eindzege van Berwick kwam niet in gevaar. Witse, Axel en Toon kwamen nog aan in een uitgedunde kopgroep en finishten alle drie in de top 20 van het eindklassement!

Het vele harde werk leverde Alpecin-Deceuninck uiteindelijk de eindzege in het ploegenklassement op. Emiel verzette andermaal bergen werk voor het team en moest ongetwijfeld een paar keer de eigen grenzen verleggen. Werk waarvan je alleen maar sterker kunt worden. Daarmee zit het wegseizoen er zo goed als op voor Emiel met alleen nog wat wedstrijden eind augustus-begin september. Tussendoor begint ook de voorbereiding op het nieuwe veldritseizoen.

Heb jij onze Saint-Emiel wijn al geproefd?

Nieuwe mutsen voor de koude winterdagen

Muts

Heb jij onze Saint-Emiel wijn al geproefd?