We hebben er hier al wat kilometers opzitten. Een crossdag is sowieso al hectisch, maar hier in de States krijgt het woord ‘hectisch’ een andere dimensie.
Na Waterloo moesten we iets meer dan 1200 kilometer door de Bible Belt richting Fayetteville. Dat is letterlijk inpakken en wegwezen en dan voor middernacht een kleine 600 kilometer afhaspelen. Ergens onderweg een hotel boeken en dan ’s anderendaags in alle vroegte de rest van het traject afhaspelen.
Na Fayetteville wachtte ons een trip van een kleine 850 kilometer richting Iowa. Zelfde verhaal: inpakken en zo snel als mogelijk wegwezen om de afstand in twee trips van om en bij de 400 kilometer af te leggen. Ondertussen zijn we veilig en wel aangekomen in Iowa, een universiteitsstad met een totaal ander publiek. Emiel werkte na aankomst een trainingstocht van anderhalf uur af, ondertussen werd al het materiaal nagezien en gepoetst.
Het hotel is prima en de kamers zijn echt ‘ruim’, een verademing, aangezien we hier vier nachten te gaan hebben. Zondag is er dus de laatste wedstrijd van de wereldbekercampagne hier in de States, in Iowa. Volgens de kenners een parcours dat nog best vergelijkbaar is met dat van de Koppenberg…. Straffe kost dus opnieuw.
Veel tijd om de straffe prestaties van het team te vieren was er nog niet. Maar de eerste wereldbekerzege van Quinten Hermans kan tellen. De ploegmaat van Emiel is een toonbeeld van beroepsernst die zich minutieus voorbereidt op elke wedstrijd.
Even heeft Emiel nog overwogen om vrijdag te starten in de C1 die hier georganiseerd wordt, maar vier wedstrijden op amper 8 dagen is ongetwijfeld van het goede te veel. Daarom zetten we alles in op rust en een goede voorbereiding op de laatste wereldbeker hier op Amerikaanse bodem.
See you later….